#1 Lief dagboek…

#1 Lief dagboek…

Vorige week ging ik met mijn bende schrijven in Amsterdam. Er zijn werkzaamheden aan het spoor, dus eerst hup met de bus van Arnhem naar Driebergen-Zeist. In de bus had ik een gezellig gesprek met een andere Arnhemse. Ze ging maar een museum met abstracte kunst in Amsterdam. We hadden het over reizen en over kunst. Misschien wel een nieuw vriendin! We wisselden nummers uit om nog een keer een koffietje te doen in de stad.

In de trein had ik alweer aanspraak. Een man wilde graag met me praten over werk, maar we zaten in de stiltecoupe. Hij zei dat de stilte nog niet was ingegaan, omdat de trein nog stilstond. Dat vond ik wel een verfrissende gedachte.

In Amsterdam aangekomen ontmoette ik mijn vrienden op de steiger. Eerst even bijkletsen over liefde, studie en zomerbaantjes en daarna het water ingeplonst. Toen weer opdrogen op de steiger met chips en mangosap.

Er kwam nog een jongen in rolstoel de trap naar de steiger afgereden. Heel acrobatisch zag het eruit. Maar ja, wel jammer dat Amsterdam geen rolstoelopgang heeft gemaakt.

Daarna gingen we schrijven over de zomer, Amsterdam en de rolstoeltoegankelijkheid van de steigers.

Op de terugweg vond ik nog een weggeefkast. Met allemaal goede boeken!! Niet van die vergeelde die niemand meer wil hebben. Ik heb er willekeurig eentje uit gepakt. Leuk voor de weg terug. Al lukte het me niet zo goed om me te concentreren. In de coupé zat een vrouw de hele tijd te neuriën. Dus ik ben maar gaan fantaseren waarom ze zo blij zou zijn.

De bus zat vol, dus ik mocht op een van de uitklapstoelen naast de buschauffeur. Ik was moe en heb lekker stilgezeten met af en toe mijn ogen dicht. De buschauffeur stonk naar zweet, maar wel fijn dat ‘ie nog voor ons aan het werk is op dit tijdstip

Op het station in Arnhem kocht ik een ijsje om de dag mee af te sluiten. Ik hielp nog een Duitser met het kopen van zijn kaartje naar ‘s-Hertogenbosch, hij stond bij het verkeerde automaat.

En ik werd nog gesproken met een jongen uit Gambia. Hij was 6 maanden in Nederland zonder zijn familie. Een triest verhaal en dan zat ik ook nog voor zijn neus aan een ijsje te likken. Hij wilde mijn nummer hebben, maar dat durfde ik toch niet te geven. Achteraf gezien vind ik dat wel vreselijk laf van mezelf. Waarom zou je wel je nummer geven aan een Arnhems meisje, maar niet aan een jongen uit Gambia? Je kent ze toch allebei nauwelijks?

Thuis de dag overziend ben ik toch blij dat ik geen auto heb. In het OV ontmoet je veel meer mensen. Als je niet alleen maar bezig bent met je telefoon tenminste.

Ook mee schrijven in Amsterdam? Stuur een mailtje naar leden@loesje.nl